14 FEBRUARI 1929. 307 van inschrijving. Spr. wil probeeren, of zulks nog mogelijk is. Hij zal ter zake met den notaris overleg plegen. Wat kavel 8 betreft, de huurvoorwaarden zijn er op in gericht, dat de gemeente spoedig van de pacht kan af komen. Spr. gelooft trouwens niet, dat zich spoedig een kooper voor dat perceel zal voordoenhet is minder gunstig gelegen. Dat de kavels aan de Loopschans niet zouden zijn uit- gepaald, is Spr. niet bekend. Mocht dit inderdaad het geval zijn, dan gelooft Spr. toch wel, dat eventueele gega digden weieens bij den notaris zullen informeeren, hoe de uitzetting is. De heer KUIJLAARS merkt op, dat in de publicatie niet bekend is gemaakt, dat dienaangaande informaties bij den notaris kunnen worden ingewonnen. Trouwens, de notaris kan dat zoo toch niet duidelijk maken. Uit de woorden van den heer Van Mierlo zou kunnen worden afgeleid, dat het er Spr. om te doen is, uit deze verpachting alles te halen wat er voor de gemeente uit te halen is. Dit is niet zijn bedoeling; hij wil liever beide partijen daarbij gebaat zien. Het antwoord van Wethouder Van Mierlo op zijn opmerking betreffende kavel 8 heeft Spr. wel wat gerust gesteld, maar het zou hem toch niet verwonderen als zich nog dit jaar een kooper daarvoor voordeed. Spr. wil daarom toch een gedeelte ervan reserveeren voor bouwterrein. De heer VAN MIERLO zegt, dat het niet zijn bedoeling is geweest, het voor te stellen alsof de heer Kuij laars uit deze verpachting alles wil halen, wat er voor de ge meente uit te halen is; Spr. begrijpt heel goed, dat het er den heer Ku ijlaars om te doen is, te voorkomen, dat de toekomstige huurder de perceelen onderverhuurt. Er zal verder met den notaris worden overlegd, wat er nog aan te doen is.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1929 | | pagina 307