314
14 FEBRUARI 1929.
uiteenloopen. Bovendien verklaren vele georganiseerde
patroons, zoowel in Breda als elders, voor lagere tarieven
als door de Federatie worden voorgeschreven loonend te
kunnen werken.
Mijnheer de Voorzitter, het is hier niet de plaats verder
op deze kwestie in te gaan. Met is ook niet mijn bedoeling
de Federatie van werkgevers in het boekdrukkersbedrijf los
te laten. Integendeel.
Doch rekening houdende met de feiten n.l. de zooeven
vermelde verklaringen van verschillende georganiseerde
patroons en ter voorkoming van slechts eenige afbrok
keling van bedoelde Federatie, stel ik voor: dat voor levering
in aanmerking komen zij, die lid zijn van de Federatie van
werkgevers in het drukkersbedrijf en tevens die patroons,
die momenteel niet tot de Federatie behooren en te Breda
gevestigd zijn. De laatsten met handhaving van de door de
Federatie voorgeschreven loonen voor de gezellen, terwijl
bij gunning aan een Bredaschen drukkerspatroon, het werk
ook te Breda moet worden gemaakt.
De heer K.ROONE is het in deze meer met den heer
Rip pen dan met den heer Van den Boom eens. Spr.
wil ook niet terugkomen op het raadsbesluit van 4 Septem
ber j.l. Hij vindt het jammer, dat men enkele drukkers
moet uitschakelen, maar hij zou niet gaarne medewerken
aan de verslechtering van de positie der typografen.
De heer MOLL is het met den heer Rip pen eens, dat
het typografenbedrijf het eenige bedrijf is, waarin goede
arbeidsvoorwaarden bestaan. Spr. schetst den treurigen toe
stand, waarin de typografen verkeerden vóór het tot stand
komen van het collectief arbeidscontract, en zegt, dat, als
dit prae-advies wordt aangenomen, daarmede de eerste stap
wordt gezet op het hellend vlak, want de mooie collectieve
arbeidsovereenkomst zal daarvan op den duur schade
ondervinden.