14 FEBRUARI 1929. 315 Burgemeester en Wethouders zeggen in hun prae-advies, dat de uitvoering van het raadsbesluit van 4 September j.l. van de gemeente een offer van f 10.000,a f 12.000, per jaar zou vragen. Spr. vraagt, waarop deze berekening is gebaseerd. Ten slotte geeft hij in overweging, de zaak eerst eens een jaar aan te zien. De heer LOONEN heeft medegewerkt aan het totstand komen van het raadsbesluit van 4 September j.l. De uitslag- van deze aanbesteding heeft hem echter wel eenigszins gefrappeerd; de inschrijvingsbedragen loopen zeer uiteen. Spr. vindt, dat men het geld van de gemeente niet eraan mag wagen. Hij zal dan ook voor het voorstel van de minderheid van het College stemmen. De heer VAN M1ERLO merkt op, dat de heer Rippen zooeven heeft gezegd, dat het groote prijsverschil niet zijn oorzaak kan vinden in de papierprijzen, dus moet worden gevonden in de loonen van het personeeler is echter nog een derde mogelijkheid, n.l. de tariefsgemeenschap, die prijzen als basis heeft, welke te hoog zijn. Dat dit inderdaad het geval is, bewijst het feit, dat zij telkens moeilijkheden geeft aan de leden van de Federatie onderling. Een van hen schreef voor het drukken der raadsnotulen 75 lager in dan de anderen. Bij informatie is Spr. gebleken en de heer Moll heeft het toegegeven, dat die man wel degelijk aan al zijn contractueele verplichtingen ten aanzien van het loon voldoet. Het mooiste is, dat hij de notulen niet mag drukken, omdat hij het blijkbaar niet noodig vindt, de hooge federatieprijzen te bedingen. Spr. heeft vernomen, dat de daarop volgende laagste inschrijver, voor het geval deze de levering mocht worden opgedragen, ook de opdracht niet mag aanvaarden! Het is Spr. er niet om te doen, afbreuk te doen aan de goede arbeidsvoorwaarden der typografen, maar er moet een andere geest in de Federatie komen dan

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1929 | | pagina 315