14 FEBRUARI 1929. 329 „Ten overvloede brengen wij in herinnering, dat naar „aanleiding van het rapport der Salariscommissie indertijd „een vijftal adressen zijn ingediend, die onafgedaan werden „gelaten, totdat over het rapport zou zijn beslist. „Wij meenen derhalve, dat met de door den Raad te „nemen besluiten deze adressen als afgedaan kunnen worden „beschouwd." b. „In Uwe vergadering van den 23 April 1926 (gedrukte „notulen bldz. 133 e. v.) werd op voorstel van Burgemees ter en Wethouders, zulks in verband met de debatten „gevoerd bij de behandeling der gemeente-begrooting voor „1925, besloten tot de instelling eener commissie van 5 „leden met opdracht om in beschouwing te nemen de re geling der wedden van ambtenaren, politiepersoneel en „werklieden, de regeling van den kinderbijslag, alsmede „de pensionneering der wethouders. „Als leden dier commissie werden aangewezen de onder teekenaren van dit rapport, met dien verstande evenwel, „dat de heer N. J. H. van Gr oen end a el in Uwe ver gadering van 11 Maart 1927, na het bedanken van „den heer Mr. E. L. M. H. Baron Speyart van Woer- „den, als diens opvolger werd benoemd. „Bij de installatie der commissie werd als voorzitter aan- gewezen de heer F. F. X. Cerutti, terwijl tevens de „wensch werd uitgesproken haar te doen bijstaan door een „ambtenaar ter secretarie, waarop door het College van „Burgemeester en Wethouders de heeren B. C. Jaspers „en P. van den Ende respectievelijk als le en 2e secre taris aan onze commissie werden toegevoegd. „Door afwezigheid van verschillende leden konden wij „onze werkzaamheden niet zoo spoedig aanvangen als wij „aanvankelijk hadden gedacht. Deze omstandigheid en de „uitgebreidheid van onze taak zijn samen oorzaak geworden, „dat tusschen het aanvaarden^ onzer opdracht en het vol eindigen daarvan een vrij geruime tijd is verloopen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1929 | | pagina 329