332 14 FEBRUARI 1929. „vervolgens omtrent een en ander de desbetreffende hoofden „van takken van dienst hebben hehoord. „Aldus voorbereid, hebben wij ten slotte vastgesteld de „wijzigingen, die naar onze meening in de bestaande rege- „lingen behooren te worden aangebracht en die wij hierna „breeder zullen bespreken. Algemeen salarispeil. „Bij het inzien der elders bestaande regelingen trok het „onmiddellijk onze aandacht, dat er eenerzijds gemeenten „zijn, waar de salarissen en loonen hooger, doch anderzijds „gemeenten bestaan daar die lager zijn, zoodat in doorsnede de „salarissen en loonen hier ter stede noch te hoog, noch te „laag geacht kunnen worden. Onze commissie is dan ook „van meening, dat de salarissen en loonen van het ge beente-personeel over het algemeen hier niet van dien „aard zijn, dat er aanleiding bestaat ze te verhoogen, doch „evenmin om tot verlaging daarvan over te gaan. Periodieke verhoogingen. „Wel bleek ons, dat de regeling van de periodieke ver- „hoogingen in deze gemeente belangrijk slechter is dan in „het grootste deel der andere gemeenten. In verreweg de „meeste der bovengenoemde gemeenten worden éénjaarlijk- „sche periodieke verhoogingen toegekend. Een wijziging „kan in dit opzicht niet achterwege blijven. „Ook uit een oogpunt van uniformiteit is wijziging wen- „schelijk. Deze ontbreekt thans ten eenen male. Zoo „genieten b. v. de ambtenaren, wier wedden geregeld zijn „in Gemeenteblad No. 303, vier ^wejaarlijksche verhoogin- „gen, de inspecteurs van politie vijf ft^eejaarlijksche, de „agenten eerste klasse vier e'eTzjaarlijksc.he, het overige „politiepersoneel twee tweejaarlijksch'e' periodieken, terwijl

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1929 | | pagina 332