14 FEBRUARI 1929. 333 „de werklieden drie /wejaarlijksche verhoogingen krijgen. „Meer eenheid is hier naar onze meening noodzakelijk. „Het aantal periodieken behoort o. i. overeenkomstig de „salarisregeling Gemeenteblad No. 303 voor alle ambtenaren „en werklieden te worden vastgesteld op vier, met bereiking „van het maximum in 6 jaar. De toekenning dier perio dieken hebben wij ons gedacht na respectievelijk een, twee, „vier en zes dienstjaren. Vier éénjaarlijksche verhoogingen „komt ons niet juist voor, omdat dan het maximum in een „bepaalden rang te snel wordt bereikt, terwij! tegen een „toekenning van zes éénjaarlijksche verhoogingen de practijk „zich verzet, omdat gewoonlijk het verschil tusschen minimum „en maximum niet door 6 deelbaar is. „Op deze voorgestelde regeling moeten alleen een uit sondering blijven maken de hoofdagenten-controleur, die „een weekloon hebben van f 43 f 45 en de agenten „2e klasse met een weekloon van f 33 f 35, beiden „derhalve een verschil in minimum en maximum van f 2. „Deze komen thans in 4 jaar op hun maximum. Dit zou „in evenredigheid teruggebracht moeten worden tot drie „terwijl het aantal periodieken tot twee beperkt moet blijven. „De toekenning dier twee periodieken behoort dan om „dezelfde reden te geschieden na 1 en 3 dienstjaren. „Voor de werklieden bleek verder, om practische redenen „een toekenning van gelijke verhoogingen niet mogelijk te „zijn, omdat deze dan, wat betreft het uurloon, onderdeelen „van een cent zouden bedragen. „De kosten van deze wijziging zullen aanvankelijk be dragen rond f 8209,Deze meerdere uitgaven zullen „slechts tijdeiijk de gemeente-begrooting drukken, omdat „in de maxima der verschillende salaris- en loongroepen „geen wijziging wordt gebracht. Wijziging salarisregeling ambtenaren. „Een tweede wijziging van meer algemeenen aard moet

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1929 | | pagina 333