14 FEBRUARI 1929.
345
17. Prae-advies van Burgemeester en Wethouders op het
rapport der Salariscommissie in zake de bezoldiging van
de werklieden in dienst der gemeente en herziening van
het Werkliedenreglement, luidende als volgt:
„De Salariscommissie heeft naast de ambtenaren en de
„beambten van politie ook de werklieden in haar rapport
„betrokken. Over de wijzigingen door haar voorgesteld in
„de arbeidsvoorwaarden van laatstbedoelde categorie is ge-
„hoord de „Centrale Commissie van Overleg", bedoeld in
„art. 2 van het Werkliedenreglement. Het advies door deze
„Commissie uitgebracht is voor de leden van den Raad ter
„inzage nedergelegd.
„De Salariscommissie doet voorstellen ter zake van de
Periodieke verhoogingen.
„Zij wenscht de thans bestaande regeling van drie twee-
„jaarlijksche verhoogingen te vervangen door verhooging
„na 1, 2, 4 en 6 jaren.
„Tegenover dezen wensch staan wij afwijzend op dezelfde
„gronden als bij onze voorstellen in zake de salarisregeling
„der ambtenaren zijn ontvouwd. Het zij ons dan ook ver
oorloofd daarvoor naar deze voorstellen te verwijzen.
Kinderbijslag.
„Met het voorstel der Salariscommissie tot handhaving
„der bestaande kinderbijslagregeling kunnen wij ons ver-
„eenigen. Het rapport der Commissie geeft ons dus geen
„aanleiding aan den Raad voorstellen tot wijziging van het
„Werkliedenreglement te doen.
„Het komt ons echter gewenscht voor, wijzigingen aan te
„brengen op twee punten, die door de Salariscommissie
„niet onder het oog zijn gezien.