358
14 FEBRUARI 1929.
deelen. Het zou echter te betreuren zijn, indien de voor
gestelde verbeteringen daardoor zouden moeten worden
uitgesteld. Het lijkt Burgemeester en Wethouders daarom
het beste deze eerst af te doende overige punten, zooals
de voorstellen van den heer Haaiman, welke op het
oogenblik toch niet voor afdoening vatbaar zijn, kunnen
dan eerst nog eens door de Salariscommissie worden be
keken, die dan met twee leden zal moeten worden aange
vuld, waartoe men desgewenscht straks kan overgaan, en
vervolgens zullen die punten dan nog door Burgemeester
en Wethouders, door de commissie voor het Georganiseerd
Overleg en ten slotte door den Raad worden bezien.
De heer HAALMAN, zijn rede voortzettend, verklaart zich
na deze opmerking van den Voorzitter te kunnen bekorten
hij zal over zijn voorstellen niet verder spreken. Als men
zich echter, zooals de Voorzitter heeft opgemerkt, zal hebben
te beperken tot hetgeen thans voor ons ligt, dan komt toch
ook voor bespreking in aanmerking de regeling der perio
dieke verhoogingen. Spr. is het op dit punt eens met de
Salariscommissie; ook hij acht het oogenblik gekomen om
het tijdsverloop tusschen het minimum en het maximum
van een salaris te bekorten. Een ander punt, dat ook thans
reeds voor bespreking vatbaar is, is de vergoeding voor de
secretariaten van commissies. Burgemeester en Wethouders
kunnen nu wel zeggen, dat de werkzaamheden daaraan
verbonden van weinig beteekenis zijn, doch dat neemt niet
weg, dat zoo'n secretariaat toch niet behoort tot de functie,
waarvoor men bezoldigd wordt. Is een secretariaat inder
daad van weinig beteekenis dan moet men het tegen een
anderen maatstaf dan den tegenwoordigen bezoldigen; Spr.
wil elk secretariaat naar zijn waarde honoreeren, zooals ook
de commissie voor Georganiseerd Overleg dat wenscht. Met
de overige voorstellen der Salariscommissie kan Spr. zich
vereenigen.