366 14 FEBRUARI 1929. zijn om voor hen salarisverhooging voor te stellen. Dit blijkt ook reeds uit de voorstellen der Commissie voor Ge organiseerd Ov. rleg, later overgenomen door Burgemeester en Weihouders, waar deze voor enkele personen verder gaan dan de voorstellen der Salariscommissie. Of daarbij nu voldoende rekening is gehouden met deze omstandigheid en of daarbij niet enkele personen gepasseerd zijn, die evenveel recht op verbetering van hun salaris hebben, zou ik niet ontkennend durven beantwoorden. Integendeel meen ik, dat de voorstellen, rekening houdend met de annexatie, niet ver genoeg gaan. Ik hoop, dat er voor de daarbij gepasseerde personen alsnog iets gedaan zal kunnen worden. Mijnheer de Voorzitter, het doet mij genoegen, dat het College de meeste van onze voorstellen heeft overgenomen, waardoor eenige onbillijkheden worden weggenomen. Voor zoover de voorstellen van Burgemeester en Wethouders verder gaan dan die der Salariscommissie, kan ik mij heel goed daarmede vereenigen. Waar echter Uw College op de eene plaats verder gaat dan door onze Commissie is voor gesteld, meent het op de andere plaats weer, dat de Com missie te ver gaat. Daar het rapport een ernstig punt van studie heeft uitgemaakt, hadden wij durven hopen, dat het in zijn geheel door Burgemeester en Wethouders zou zijn overgenomen. Als wij het prae-advies van Burgemeester en Wethouders volgen, dan zien wij, dat is overgenomen: het voorstel om den knecht-boekbinder een klasse hooger te plaatsen; het voorstel om den havenmeester van groep III naar groep IV te brengen de magazijnmeester der bedrijven wordt in plaats van zooals onze Commissie voorstelt van groep III naar groep IV, naar groep V overgebracht; de rentmeester van het Burgerlijk Armbestuur wordt van groep V naar groep VII gebracht, dus een klasse hooger dan de Commissie voorstelt; de directeuren van de Beplantingen en de Arbeidsbeurs

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1929 | | pagina 366