II
de Ven ge-
van het
)oten hebben
seerd overleg
dat de Raad
moet
Overleg zulks
en caricatuur
rtegenwoordi-
praten en
enwel zooveel
tusschen de
rs. Spr. en zijn
eg niet sturen
wil inslaan,
rug te zenden
an de Ven
aen van geor-
wen geroepen
ganisaties on-
als voorzitter
het ge-
overleg" zegt
-t gewijzigd te
et de opvatting
het georgani-
ereenigen met
alles naar de
te sturen;
tusschen
Spr. wil
14 FEBRUARI 1929. 375
De heer BROOS merkt op, dat de heer Kroone zoo
even enkele cijfers heeft genoemd en tot Spr. heeft gezegd,
dat het zeer gemakkelijk is 18 gemeenten tot voorbeeld te
nemen, waar de loonen laag zijn, om tot een laag gemid
deld cijfer te komen. De heer Kroon e heeft er echter
juist de gemeenten uitgekozen, waar de loonen hoog zijn.
De heer KROONE: Dat heb ik expres gedaan om aan
te toonen, dat men zicu op die manier gemakkelijk in het
gelijk kan stellen.
De heer VAN VEEN wijst er nogmaals op, dat volgens
de motie-Zij 1 mans, door Burgemeester en Wethouders
moest worden nagegaan het salarispeil en de kwestie van
pensioenverhaal. Nu zegt de heer Moll, dat Burgemeester
en Wethouders monnikenwerk zouden hebben verricht, als
zij niet in de lijn van den Raad hadden gewerkt. Maar,
zouden nu niet Burgemeester en Wethouders, die dagelijks
met de ambtenaren in contact komen, beter dan een com
missie uit den Raad zich alle gegevens kunnen verschaffen,
welke voor een dergelijk onderzoek noodig zijn. Zij kunnen
hier best komen met een eigen meening, want het gaat
hier om het belang van de gemeente en niet om de har
monie tusschen Burgemeester en Wethouders en den Raad.
De heer Kroone heeft gesproken over den invloed van
de annexatie op het ambtenarencorps. Dit kan echter in
deze geen gewicht in de schaal leggen, want daartegenover
staat de uitbreiding van het corps. Voorts heeft de heer
Kroone gezegd, dat de gemeente op het gebied van loon
regelingen moet voorgaan. Zuoiets werkt epidemisch; als
de Raad de loonen verhoogt, dan werkt dat ver in den
omtrek, want zooals wij vergelijken met andere gemeenten,
vergelijken die gemeenten met ons. Vervolgens komt Spr.
op tegen de bewering van den heer Kroone, dat hij de
hier vigeerende loonregeling met de laagste loonen heeft