14 FEBRUARI 1929. 379 ziet niet in, waarom men nu dat eerste boomje zou om hakken omdat er een ander naast staat, dat op het oogen- blik nog niet in aanmerking komt voor behandeling. Wil de Raad een algeheele salarisherziening, dan kan hij dat uitspreken. Maar daarvoor het is niet noodig de voorgestelde verbeteringen terug te wijzen. Het voorstel-Rip pen wordt daarop in stem ming gebracht en verworpen met 17 tegen 6 stemmen. Tegen: de heeren Kroon e, Van de Ven, Van Oosterum, Branljes, Van Groenendael, Loonen, Schrauwen, Elich, Broos, Van der Ven, Haaiman, Cerutti, Moll, Van Mierlo, Van Buitenen, Van Noort en Van Veen. Voor: de heeren Me ij vis, Van Houten, Gruijs, Van Bedaf, Rippen en Cohen. De VOORZITTER sluit daarop de algemeene beschou wingen, waarna wordt overgegaan tot de puntsgewijze be-, handeling der voorstellen. Regeling der periodieke verhoogingen. De VOORZITTER zegt, dat Burgemeester en Wethouders van medning zijn, dat het geen bezwaar schijnt om den tijdsduur voor het bereiken van de maximum-wedde op 8 jaar te handhaven. De heer CERUTTI verklaart, dat de Salariscommissie haar voorstel om dien tijdsduur op 6 jaar terug te brengen handhaaft, met dien verstande, dat daarin wijziging wordt

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1929 | | pagina 379