14 FEBRUARI 1929. 383 Rentmeester Burgerlijk Armbestuur. De heer BRANTJES wil later nog eens door de Salaris commissie laten nagaan, of deze functie niet in een hoogere groep dan groep VII behoort te worden geplaatst. Zonder verdere opmerkingen wordt besloten, deze functie, overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders, van groep V over te brengen naar groep VII (f 2500f 2900). Directeur Reiniging, Beplantingen, Arbeidsbeurs. De heer CERUTTI vindt, dat door het voorstel van Bur gemeester en Wethouders, om den directeur der Reiniging van groep IX naar groep XI over te brengen, de verhou ding met den directeur der Beplantingen verbroken wordt. Spr. stelt voor, laatstgenoemde functie ook naar groep XI over te brengen. De VOORZITTER zegt, dat die kwestie later nog kan worden bezien. De heer VAN VEEN vraagt, welke redenen het College er toe geleid hebben met het voorstel te komen om den directeur der Reiniging een groep hooger te plaatsen dan den directeur der Beplantingen. De VOORZITTER antwoordt, dat Burgemeester en Wet houders op grond van de werkzaamheden aan de functie van directeur der Reiniging verbonden en met het oog op de omvangrijkheid van dezen tak van dienst tot de con clusie zijn gekomen om deze functie nog een groep hooger te plaatsen. Ook de commissie voor georganiseerd overleg adviseert daartoe. Wat een eventueel plaatsen van de functie

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1929 | | pagina 383