14 FEBRUARI 1929.
391
De heer VAN NOORT zou gaarne zien, dat den werk
lieden gelegenheid werd gegeven om op de afgeschafte
R. K. feestdagen ter kerke te gaan, door op die dagen den
diensttijd 2 uur later te doen aanvangen.
De VOORZITTER verklaart, geen toezegging in die
richting te kunnen doen.
Zonder verdere bedenkingen wordt daarop
conform het voorstel van Burgemeester en Wet
houders besloten.
Inwerkingtreding.
Zonder eenige bedenking wordt besloten, dat
deze wijzigingen geacht worden te zijn ingegaan
op 1 Januari 1929.
Rondvraag.
1. De heer VAN VEEN meent in den geest van den
Raad te handelen door Burgemeester eu Wethouders te
verzoeken, nu ons land en meer speciaal de stad Leiden
zoo'n gevoelig verlies heeft geleden door het afbranden
van haar Stadhuis, namens den Raad een schrijven van
deelneming te richten tot het Gemeentebestuur van de zoo
diep getroffen veste.
De VOORZITTER vindt het denkbeeld van den heer
Van Veen zeer sympathiek. Spr. heeft over dit onder
werp echter hedenmorgen al een bespreking gehad met
den nestor van den Raad, den heer Cerutti. Het door
den heer Van Veen bedoeld schrijven zal verzonden
worden.