416 7 MAART 1929. taak de technische adviseurs van den heer Van Mierlo te gaan overtuigen. Spr. houdt vast aan klinkerbestrating; hij acht steenslag voor dezen weg ongewenscht, daar de rioleeringssleuf ge- ruimen tijd blijft inklinken en klinkerbestrating in deze omstandigheid beter is te herstellen. Zonder verdere bedenkingen wordt daarop conform het voorstel van Burgemeester en Wet houders besloten. 22. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot toe kenning van een crediet ad f 17.750,voor de uitbreiding der bestrating en rioleering van den Vestkant en de Walstraat. De heer VAN VEEN zegt zich geheel met dit plan te kunnen vereenigen. Het doet hem veel genoegen, dat thans, na zooveel jaren, de Vestkant eindelijk behoorlijk bestraat wordt. Tegen het nu voorgestelde kleinere plan B heeft Spr. geen bezwaar; de rijweg is voldoende breed en ook de trottoirs zijn voldoende, zoodat men den bewoners de voortuintjes wel kan laten behouden. Alleen dicht bij den hoek van den Vestkant en de Oranje boomstraat is het trottoir te smal; waarom is daar een strookje domeingrond ontzien? De heer VAN MIERLO deelt mede, dat de gemeente met de eigenaars der grondstrooken onderhandeld heeft; zij willen ze echter niet afstaan. Dit is echter hier niet zoo bezwaarlijk als aan de Dijklaan; hier kan toch een behoor lijke oplossing verkregen worden, hetgeen aan de Dijklaan onmogelijk was. De heer VAN VEEN zegt, dat het door hem bedoelde strookje domeingrond blijkbaar vroeger vergeten is bij de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1929 | | pagina 416