426 7 MAART 1929. 27. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot toe kenning van een crediet voor den bouw van 120 arbeiders woningen aan het Dijkplein, luidende als volgt: „Bij Uw besluit van 4 September 1928 werd van Th. „Segers aangekocht een perceel bouwterrein, gelegen aan „het Dijkplein, kadastraal bekend Sectie E No. 811, groot „2 H.A., 4 A. en 22 c.A. „Het ligt in de bedoeling dit terrein, dat in de onmid dellijke nabijheid ligt van gemeentelijke woningbouwcom plexen en grenst aan de in aanbouw zijnde 70 woningen „aan het Dijkplein, voor woningbouw te benutten. Zonder „dat dit met juiste cijfers wordt gestaafd, kan wel gezegd „worden, dat nog aanmerkelijke behoefte aan woongelegen- „heid bestaat. „Bij het bureau der Volkshuisvesting staan, naar den „toestand op 1 Maart j.l., 202 gezinnen ingeschreven. Bij „dit aantal kunnen nog gevoegd worden de bewoners der „noodwoningen en een aantal niet-ingeschrevenen, wier „woongelegenheid niet aan redelijke eischen voldoet „(samenwoning e. d.). „Hieronder zullen er zijn, die niet meer dan f3 f3,50 „zullen kunnen betalen, doch ook, en wel een groot aantal, „die voor een behoorlijke woning in een goede omgeving „zonder bezwaar een hoogere huur met genoegen zullen „en kunnen overhebben. „Er is echter gestreefd naar zoo laag mogelijke huur prijzen; ontworpen is een complex woningen dat aansluit „aan de omringende complexen. „Aan den bouw van woningen van een lagere huur waarde, hetzij dat deze tot stand komt door verkleining „der afmetingen, hetzij door het a fonds perdu storten van „een deel van de stichtingskosten, zal waarschijnlijk op den „duur niet kunnen worden ontkomen. „De keuze van een daartoe geschikt terrein, waarop deze „woningen bestemd voor sociaal-achterlijken zouden „moeten worden gebouwd, heeft onze voortdurende aandacht.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1929 | | pagina 426