432
7 MAART 1929.
is er toch behoefte aan goedkoope woningen en bij het
meereodeel dezer woningen, namelijk de typen B en C is
m. i. bij een minimum-inhoud, dus bij minimum bouw
kosten, nog een resultaat verkregen, dat aan redelijke eischen
van bewoonbaarheid voldoet.
De heer VAN DER VEN merkt het volgende op:
Mijnheer de Voorzitter.
Kon de Raad in zijn vergadering van 4 Juni 1928, zijn
goedkeuring geven aan een voorgesteld crediet van f169.150
welk crediet in de vergadering van 22 November 1.1. met
f 2500 moest worden verhoogd, voor den bouw van 70
arbeiderswoningen aan de Dijklaan, bij de behandeling van
de begrooting van dit jaar kregen wij de mededeeling van
het College van Burgemeester en Wethouders dat binnen
kort wederom een voorstel was te verwachten voor den
bouw van 120 van deze woningen, en nu thans slechts
enkele maanden nadien is het College reeds met deze voor
stellen gereed gekomen.
Een woord van oprechte waardeering aan het College
van Burgemeester en Wethouders en niet het minst aan de
Wethouder van Openbare Werken, de heer Van Mierlo,
is hier voor zeker op zijn plaats, voor den spoed, die hier
in deze is betracht. Wanneer nu vermoedelijk binnen niet
te lang tijdsverloop nogmaals zoo'n voorstel te verwachten
is, dan zal in het tekort aan arbeiderswoningen zeer
spoedig zijn voorzien, wat toch voor zeker ons aller
wensch is.
Ik kan me ook geheel aansluiten bij het gesprokene van
den heer Rip pen, voor wat betreft den bouw van huizen
voor groote gezinnen, en daarom zou ik gaarne het College
in de toekomst er op willen wijzen, ook vooral rekening
te houden met den bouw van deze woningen. Ik zal dan
ook gaarne mijn stem aan dit voorstel geven.
De heer VAN VEEN moet er in de eerste plaats tegen