442
7 MAART 1929.
de stukken, betrekking hebbende op de autobuskwestie,
voor de leden van den Raad ter visie te leggen.
De VOORZITTER antwoordt, dat de Raad spoedig een
nota over deze kwestie zal bereiken.
5. De heer KROONE vraagt, hoever de onderhande
lingen met de eigenaren der straten in het z.g. Bloemen-
kwartier gevorderd zijn. Nu de dooi is ingetreden zijn die
straten bijna onbegaanbaar.
De heer VAN MIERLO deelt mede, dat bedoelde eige
naren nu weer niet bereid zijn te voldoen aan hetgeen zij
in hun laatsten brief aan de leden van den Raad hadden
toegezegd. Burgemeester en Wethouders zullen andere
middelen te baat moeten nemen om de zaak, hetzij goed
schiks, hetzij kwaadschiks tot een oplossing te brengen.
Alsnu sluit de VOORZITTER de vergadering.