456 12 APRIL 1929. en Wethouders zal stemmen, maar als ook aan andere diensten dien dag personeel gewerkt heeft zonder daarvoor vergoeding te ontvangen, dan fs hij er voor, het adres voor kennisgeving aan te nemen. De heer HAALMAN merkt op, dat men den Reinigings dienst moet gelijk stellen met een continu-bedrijf, omdat het personeel bij dien dienst evenals dat bij de continu bedrijven moest werken. De heer Van Mierlo zegt immers zelf, dat degenen, die niet moesten werken, vrij waren. De VOORZITTER zegt, dat, Burgemeester en Wethouders zijn uitgegaan van het denkbeeld: het gemeente-personeel zooveel mogelijk in de gelegenheid te stellen om de feesten, meer speciaal het bezoek van het Koninklijk Gezin, mee te vieren. Waar het niet mogelijk was, de werkuren te stellen buiten de uren, waarop de feestelijkheden plaats hadden, heeft het personeel extra-loon uitbetaald gekregen. Het personeel bij den Reinigingsdienst heeft alleen in de vroege morgenuren van den 20sten October 1928 gewerkt; het kan daarom niet op één lijn gesteld worden met het personeel bij de continu-bedrijven, voorzoover dit moest werken, omdat het daardoor uitgesloten was van het voor naamste deel der feesten. De heer VAN MIERLONa half tien 's morgens heeft niemand van het personeel bij de Reiniging meer gewerkt, terwijl bij de Beplantingen na 's morgens negen uur niemand meer gewerkt heeft. De heer COHEN constateert, dat het personeel bij de Reiniging dien dag l'/2 uur vroeger is aangevangen met den arbeid dan op andere dagen. Volgens Spr. is men verplicht hun voor die uren extra-loon uit te betalen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1929 | | pagina 456