464 12 APRIL 1929. zelfde architectenbureau moet worden ontworpen. De koopster heeft uit zichzelf aangeboden daar een huis te zetten volgens het ontwerp van den architect Verwoerd, die steeds de woningen ontwerpt voor den bouwer, den heer Mol, die in familierelatie staat met koopster. De heer Mol zal ook dit gebouw bouwen. Burgemeester en Wethouders zijn echter geneigd de bewuste voorwaarden die imperatief klinkt, te laten vervullen. Wat de opmerking van den heer Van Veen over het open-gang-systeem betreft, zegt Spr, het vreemd te vinden, dat eerst nu, nadat talrijke vergunningen den Raad zijn ge passeerd, daarop aanmerking wordt gemaakt. Volgens den heer Van Veen zou zoo'n open gang een bron zijn van ongerechtigheid. Er zijn echter zoo veel gelegenheden voor het plegen van ongerechtigheid; Spr. vraagt zich af, of b.v. het plaatsen van talrijke banken in het Wilhelminapark niet veeleer is een gelegenheid scheppen tot het plegen van ongerechtigheden. Er is voor Spr dan ook geen enkele gegronde reden om met dit stelsel te breken. Bovendien is het hebben van een achteruitgang aan een huis voor een ieder van zeer groot nut en tevens gemakkelijk. De heer VAN VEEN verklaart, bij zijn opmerking niet zoozeer het oog gehad te hebben op de gelegenheid, welke die open gangen kunnen bieden voor het plegen van on zedelijkheid, zooals de heer Van Mierlo blijkbaar veron derstelt; het is niet zijn bedoeling hier als zedelijksheids- apostel op te treden, maar hij heeft er op willen wijzen, dat die open gangetjes, doordat niemand daarover het beheer uitoefent, met als gevolg, dat daarin vuil geworpen wordt en 's avonds daarin uitwerpselen worden gedeponeerd, een bron van ongerechtigheid worden. Ook levert zoo'n open gang gevaar op voor overklimming. Spr. vindt het daarom beter met dat stelsel te breken.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1929 | | pagina 464