12 APRIL 1929. 465 De heer RIPPEN herinnert aan de indertijd door Burge meester en Wethouders gedane toezegging, dat zij het denkbeeld van het instellen eener Schoonheidscommissie in overweging zouden nemen. Spr. verzoekt den Raad spoedig mededeeling te doen van het resultaat dier overweging. De heer VAN M1ERLO antwoordt, dat de Raad tezijnertijd mededeeling daarvan kan tegemoet zien, maar niet terstond. De zaak is op het oogenblik nog in bewerking; er zitten daaraan vele haken en oogen vast. Zonder verdere bedenkingen wordt daarop conform het voorstel van Burgemeester en Wet houders besloten, met dien verstande, dat de verkoopvoorwaarde sub a genoemd wordt ge schrapt. 22. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot ver koop van een perceel bouwterrein aan de Leeuwerikstraat, groot 1400 M2., aan J. Th. G. Schonck, tegen een prijs van f 6,25 per M2. Zonder eenige bedenking wordt dienovereen komstig besloten. 23. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot aan koop van diverse perceelen grond in de Vrachelsche heide, luidende als volgt: „Bij den aankoop in 1927 van gronden in de Vrachelsche „Heide, bestemd voor militaire oefeningsterreinen, kon niet „op alle gewenschte gronden de hand worden gelegd en „moest een gunstiger oogenblik worden afgewacht om de „nog ontbrekende perceelen te verkrijgen. „Ten aanzien van de op bijgaande kaart I in roode kleur „aangegeven perceelen is dit oogenblik thans aangebroken.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1929 | | pagina 465