468 12 APRIL 1929. dezelfde voorwaarden werd overgenomen van W. Dielissen. „Waar de Walstraat een voor het openbaar verkeer bestemde „en als zoodanig gebruikte straat is, is het van belang dat „de gemeente Breda deze straat in eigendom krijgt. „Wij hebben de eer U mitsdien voor te stellen de hier- „bedoelde strook grond onder de aangeduide voorwaarden „van Van Elewout over te nemen. „Met dit voorstel hangt tevens samen de noodzakelijkheid „om de Walstraat volgens art. 12bis der Bouwverordening „aan te wijzen als een straat, waaraan gebouwd mag worden. „Wij hebben de eer U in overweging te geven hiertoe „mede te besluiten." De heer VAN VEEN zegt het volgende: Met genoegen heb ik gezien, dat ten aanzien van de Walstraat overeenstemming met den betrokken eigenaar is verkregen in dier voege, dat de grond door den eigenaar kosteloos wordt overgedragen en de gemeente de bestrating en rioleering voor haar rekening neemt. Wat dit laatste betreft, wordt niet gezegd wanneer tot uitvoering van bestrating en rioleering zal worden overge gaan. Bestrating en rioleering zijn in deze volksbuurt zulk een dringende eisch, dat ik den Raad voorstel te besluiten, dat daartoe zal worden overgegaan binnen een jaar na goedkeuring van dit besluit door Gedeputeerde Staten. De heer VAN MIERLO zegt, dat de heer Van Veen een open deur wil intrappen; het plan tot bestrating en rioleering van de Walstraat is namelijk reeds aangenomen door den Raad. De heer VAN VEENDat is dus gebeurd toen de grond nog niet van de gemeente was!

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1929 | | pagina 468