472
12 APRIL 1929.
„Resumeerende hebben wij de eer U voor te stellen ons
„een crediet te verleenen tot een bedrag van f 20.000,-
„voor de in den aanhef bedoelde werken.
„Een ontwerp-besluit tot wijziging der begrooting 1929
„gaat hierbij.
„De Bouwcommissie, om advies gevraagd, kan zich met
„genoemd plan vereenigen."
De heer MEIJVIS drukt er zijn spijt over uit, dat dit
plan niet uitgebreider is. Spr. dringt er ten sterkste op aan,
ook het uitbaggeren van den Delpratsingel, den Tramsingel
en de Jan van Polanenkade ter hand te nemen. In den
Delpratsingel is veel modder aanwezig, terwijl de Tramsingel
en de Jan van Polanenkade niet door schepen van eenigen
diepgang bereikt kunnen worden, ondanks het feit, dat het
industrie-kaden zijn.
De heer VAN VEEN vraagt, waar Burgemeester en Wet
houders zich voorstellen, de uitkomende 20.000 M'. bagger
specie te bergen.
De heer VAN M1ERLO kan den heer Meijvis gerust
stellen; de Bouwcommissie heeft zich met dit voorstel ver-
eenigd onder voorwaarde, dat ook de Tramsingel zou worden
uitgebaggerd. Dit is intusschen gebeurd; wel niet in die
mate als sommigen wenschen, want dan zou eerst een be
schoeiing moeten worden aangebracht, hetgeen een zeer
kostbare geschiedenis zou worden. Wat de andere singels
en kaden betreft, deze staan eveneens op het program.
Op de vraag van oen heer Van Veen moet Spr. het
antwoord schuldig blijvende aannemer van het bagger-
werk moet zelf maar weten, waar hij met de uitkomende
baggerspecie blijft. Naar hem ter oore is gekomen is zij
niet geschikt voor ophooging van terreinen.