12 APRIL 1929. 473 De heer ESBACH deelt mede, dat de Bouwcommissie eenstemmig van oordeel was, dat het gevraagde crediet verhoogd moest worden voor het uitbaggeren van den Tramsingel. Er is haar toen geantwoord, dat men daarmede al bezig was. De commissie heeft daarop de desbetreffende teekening opgevraagd, waaruit haar is gebleken, dat zij met de daarop aangegeven uitdieping van den Tramsingel ac- coord kan gaan. De heer VAN VEEN meent, dat de baggerspecie zeer goed is te gebruiken voor ophooging van terreinen; uit een hygiënisch oogpunt behoeft zulks zeer zeker geen bezwaar op te leveren. Spr. geeft dan ook in overweging, de specie daarvoor aan te wenden. De VOORZITTER zegt, dat die kwestie door den be trokken dienst onder de oogen zal worden gezien. Zonder verdere opmerkingen wordt alsnu conform het voorstel van Burgemeester en Wet houders besloten. 28. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot toe kenning van een subsidie van f 500,ten behoeve van den dit jaar te houden volkszangdag. Zonder hoofdelijke stemming wordt dienover eenkomstig besloten. 29. Afwijzend prae-advies van Burgemeester en Wet houders op het adres van P. van der Avoirt en H. de Swart, verzoekende ontheffing van art. 15 der Bouw verordening ten behoeve van het bouwen van een koffiehuis met twee bovenwoningen op een perceel grond aan de Nieuwehuizen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1929 | | pagina 473