476 12 APRIL 1929. De heer VAN VEEN moet er toch op blijven aandringen, dat die adviezen aan den Raad worden overgelegd. Spr. verzoekt daarom de behandeling van dit punt tot een vol gende vergadering aan te houden. De VOORZITTER verklaart zich bereid, de behandeling van dit punt aan te houden; Burgemeester en Wethouders kunnen dan overwegen, of zij de bedoelde adviezen aan den Raad zullen overleggen. De heer VAN VEENU hebt dat niet te overwegen U bent dat aan den soevereinen Raad verplicht. Daarop wordt besloten, de behandeling van dit punt aan te houden tot een volgende ver gadering. 33. Prae-advies van Burgemeester en Wethouders, op het adres van den Directeur van het Eucharistisch Werk in het Bisdom Breda, verzoekende toekenning eener subsidie, luidende als volgt: „Om prae-advies in onze handen is gesteld het verzoek „van den Directeur van het Eucharistisch Werk in het „Bisdom Breda om dit werk een subsidie uit de gemeente kas te verleenen. „Dit werk stelt zich ten doel de godsdienstige, zedelijke „en maatschappelijke verheffing van het fabrieksmeisje, „onder leiding van opzettelijk daartoe gevormde leidsters, „ten einde het zoo te vormen voor haar toekomstige levens baak als echtgenoote en moeder. „Deze vorming geschiedt op veelzijdige en weloverwogen „wijze. Het onderdeel, dat op het oogenblik het meest „onze aandacht vraagt, is de inrichting van eigen tehuizen, „welke op eenvoudige wijze zijn gemeubeld en die te allen „tijde voor de leden toegankelijk zijn en waar gelegenheid

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1929 | | pagina 476