12 APRIL 1929.
479
een kort woord mag aanduiden -uitgegaan is en nog
uitgaat, is van enorme beteekenis.
Al ging het maar alleen om den beschavenden invloed,
welke er van het E. K.-werk uitgaat, dan nog zou dit voor
mij voldoende zijn om met volle sympathie mijn stem aan
dit prae-advies te geven. Sinds men met het E. K.-werk
bezig is, heb ik al meermalen den beschavenden invloed
daarvan kunnen constateeren. Wanneer ik enkele jaren ge
leden, toen er nog niet aan het E. K.-werk werd gedaan,
bij aankomst van treinen in de plattelandsgemeenten in de
omgeving van Breda aanwezig was, dan was ik er dikwerf
getuige van, dat de meisjes werkzaam op de Bredasche
fabrieken bij het naar huis gaan liederen zongen, die den
toets der critiek niet konden doorstaan. De luidruchtigheid,
waarmede men zich op straat gedroeg, was verre van ver
heffend. Dit alles, Mijnheer de Voorzitter, is nu ten goede
veranderd. Den zegenrijken invloed van het E. K.-werk kan
men hier duidelijk waarnemen.
Waar hier dus met ijver en met liefde, en tevens vrucht
baar, wordt gewerkt aan de opheffing van de fabrieksjeugd,
is steun aan dit zegenrijke werk ten volle gerechtvaardigd.
Dat deze meisjes hier tevens ook godsdienstig worden ge
vormd, is voor mij geen bezwaar, integendeel, ik ben van
meening, dat dit niet anders dan de maatschappij ten goede
kan komen.
Als we verder zien, Mijnheer de Voorzitter, welke bedra
gen er van particuliere zijde worden bijeengebracht, dan
blijkt daaruit toch ook van hoeveel belang dit werk wordt
geacht. Waar de zaken zoo staan, zal ik met genoegen
voor dit voorstel stemmen.
Als er mijnerzijds één bezwaar is tegen dit prae-advies,
dan zou het dit zijn, dat het mij niet ver genoeg gaat. Ik
acht namelijk het bedrag der subsidie ad f 500,niet in
evenredigheid met het nut dat uit het E. K.-werk voor de
gemeenschap voortvloeit. Ik heb er dan ook over gedacht,
een voorstel te doen om het bedrag der subsidie te ver-