484
12 APRIL 1929.
ders(sters) betalen. Wij willen, wijzende op de misstanden,
inderdaad in hun hart wekken den geest van verzet en hun
door organisatie een positie geven, opdat dit verzet voor
hen ook gunstige resultaten heeft.
De VOORZITTER zegt, dat het hier niet de plaats is om
te discussieeren over de vraag, of de arbeiders zich al of
niet bij een vakorganisatie moeten aansluiten.
De heer RIPPEN, voortgaande, zegt: Dat, gezien de
positie der arbeiders op de fabrieken vaak, en zeer terecht,
van een „heilige" ontevredenheid mag worden gesproken,
zal ik met name voor de fabrieken, waarover het hier gaat,
nog nader aantoonen. En uit hetgeen de leiders van het
R. K. jeugdwerk zelf zeggen over de bedoelingen van hun
werk blijkt maar al te duidelijk, dat de fabrieksjeugd voor
ontevredenheid moet blijven bewaard en tevens ongevoelig
moet worden gemaakt voor de propaganda van de socia
listen. Niet tegen de slechte toestanden op de fabrieken,
maar tegen de socialisten is ook deze vorm van actie der
R. K. gericht.
En waar wij de verbeteringen in de toestanden primair
en alleen maar mogelijk achten als de arbeiders zelf de
handen aan den ploeg slaan en in het stichten van sterke
vakvereenigingen de eenigste mogelijkheid zien om van de
ondernemers, voor wie, ook volgens Pater Lamers, de
arbeid koopwaar is tegen zooveel centen per uur, de noodige
verbeteringen los te krijgen, blijkt hieruit het fundamenteele
verschil in opvatting tusschen de bedoelingen van het
E. K.-werk en de onze.
Wie inlichtingen en materiaal zou willen hebben over de
toestanden, waarin de arbeiders in Brabant verkeeren, en
over den achterstand, die hier bestaat tegenover hetgeen
door de arbeiders van boven den Moerdijk is bereikt, leze
de uitgave van het R. K. Werkliedenverbond „Voor Waarheid