12 APRIL 1929. 489 sterk tot het gemoed der massa spreken. Die algemeene belangstelling, waarvan reeds zoo veel wordt gevraagd, kan men voor dit mooie, elementaire, sociale werk moeilijk verwachten, al hebben enkele particulieren op zeer royale wijze het werk der stichting gesteund. Daarom moeten wij de bijdragen van particuliere zijde niet als maatstaf aan leggen voor een gemeentelijke subsidie, maar ons afvragen: Welk nut sticht ze en in welken omvang? Hoe meer men in aanraking komt met het milieu, waaruit de fabriekskin deren veelal voortkomen, hoe guller men wordt gestemd om elke gelegenheid aan te grijpen ze op te heffen tot een hooger peil van ontwikkeling. Ik heb hiermee mijn zienswijze kenbaar gemaakt. Gaarne zou ik nog vernemen in hoeverre een gemeentelijke subsidie een maatstaf zal zijn voor een provinciale subsidie. Den heer VAN OOSTERUM doet het genoegen na het betoog van den heer Rip pen een ander geluid te hebben gehoord. Het gaat er bij het E. K.-werk alleen om het kind te redden. Er is dan ook geen mooier sociaal werk denkbaar en het verwondert Spr. daarom ten zeerste, dat men van socialistische zijde zoozeer tegen dit voorstel ageert. Spr. hoopt, dat meerdere leden het voorgestelde subsidie bedrag te laag zullen vinden. De heer SCHRAUWEN is den heer Rippen dankbaar voor zijn openhartig betoog, waardoor de Katholieken nu weten hoe in het Socialistische kamp over hen gedacht wordt. In Katholieke kringen had men liever de vrouwen en meisjes van de fabrieken verwijderd gehouden - - zij behooren, van R. K. standpunt bezien, in de huishouding thuisdoch in plaats van daaraan mede te helpen, hebben de socialisten door de door hen voorgestane gelijkstelling van man en vrouw in niet geringe mate er toe medegewerkt om de vrouwen en meisjes naar de fabrieken te drijven.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1929 | | pagina 489