b. het subsidie kwartaalsgewijs bij voorschot uit te keereu
en het in eenig jaar eventueel teveel of te weinig
betaalde te verrekenen bij de eerstvolgende kwartaal
betaling volgende op de definitieve vaststelling van
het rijkssubsidie
12 APRIL 1929.
501
Zonder hoofdelijke stemming wordt alsnu be
sloten
a. aan de Stichting tot Bevordering van R. K. Hooger-,
Voorbereidend Hooger- en Middelbaar Onderwijs te
Breda voor de instandhouding van haar „Onze Lieve
Vrouwe Lyceum" aldaar, jaarlijksch een subsidie te
verleenen ten bedrage van 15% van het rijkssubsidie
van het overeenkomstige jaar, vermenigvuldigt met een
breuk, waarvan de teller aangeett het aantal leerlingen
der school in Breda woonachtig en de noemer het
totaal aantal leerlingen der school, beide op 1 Januari
van het betrokken jaar, met dien verstande, dat dit
subsidie niet meer zal bedragen dan het tekort der
exploitatierekening en in geen geval boven f 10,000,
zal stijgen
een en ander onder voorwaarden, dat aan het gemeente
bestuur jaarlijks worde ingezonden
le. in de maand Januari een exemplaar van de aanvrage
als bedoeld in artikel 2 van het Koninklijk besluit
van 15 Maart 1923 (Stbl. 76);
2e. zoodra het rijkssubsidie definitief is vastgesteld een
afschrift van het schrijven van het departement van
Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen, houdende
mededeeling van het rijkssubsidie;
3e. voor 1 Juli de begrooting als bedoeld in artikel 3 van
voornoemd K. B. van 15 Maart 1923 (Stbl. 76);
4e. voor 15 Januari een opgave van het aantal leeringen
der school in Breda woonachtig en het totaal aantal
leerlingen der school, beide op 1 Januari daaraan
voorafgaande.