508 12 APRIL 1929. voorgezeten, dat daarvoor slechts in aanmerking zouden komen degenen, die op een stuk land, dat te midden van landerijen lag, een boerderij wilden bouwen. Burgemeester en Wethouders waren dan ook van oordeel, dat een boerderij van de soort, welke adressant wilde bouwen, aan de Linie straat niet gewenscht was. Bovendien is Spr. van oordeel, dat het hier geen boerderij, doch een hovenierderij geldt. De verdere behandeling van dit punt wordt daarop aangehouden tot een volgende vergadering. 40. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot toe kenning eener vergoeding over 1929 aan het bestuur der afd. Breda van de Nederlandsche Vereeniging tot Bescher ming van Dieren, in verband met de verzorging van door de politie opgevangen en aan het politiebureau aangebrachte honden, luidende als volgt: „Het bestuur van de afdeeling Breda van de Nederlandsche „Vereeniging tot Bescherming van Dieren, verzoekt in het „hierbijgaand aan ons College gericht adres, medewerking „voor het tot stand komen eener regeling voor opname in „zijn nieuw opgericht asyl, van honden, welke door de „politie worden opgevangen of aan het politiebureau worden „aangebracht. „Tot nu toe worden opgevangen honden naar het daar door beschikbaar gestelde gemeentegebouw in den Beijerd „overgebracht. Over het verblijf der honden aldaar is reeds „meermalen door omwonenden geklaagd. Ons College acht „het in hun belang en mede in dat der dieren, dat opber- „ging voortaan in het asyl plaats heeft. „De vereeniging zal zorgen, dat steeds iemand aanwezig „is, om door de politie aangebrachte dieren in ontvangst „te nemen. „Met adressante hebben wij verder schriftelijk overleg „gepleegd, betreffende de voorwaarden eener over het jaar

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1929 | | pagina 508