50
16 JANUARI 1929.
Wij hebben aan dit woord van onzen leider niets meer
toe te voegen.
De Burgerwachten zijn overbodig en voor het doel, waar
voor zij zijn opgericht vruchteloos. Het geld aan de Êur-
gerwachten besteed, kan beter worden gebruikt door met
Kerstmis aan de armen en werkloozen een bijzondere uit-
keering te geven.
En daarom meenen wij, dat de Raad verstandig zal doen
met den post „Subsidie aan de Burgerwacht" van de be
grooting te schrappen.
De heer HAALMAN begint met zijn leedwezen uit te
spreken over het heengaan als raadslid van de heeren
Pelster en Speyart van Woerden. Als er ooit, zegt
Spr., sprake kan zijn van kwaliteitszetels dan was dat hier
het geval.
Vervolgens spreekt hij zijn misnoegen uit over het feit,
dat den raadsleden zoo korten tijd is gelaten om zich voor
te bereiden voor de behandeling der begrooting, terwijl
Burgemeester en Wethouders zelf geruimen tijd hebben
noodig gehad om hun antwoord op het Centraal Rapport
samen te stellen.
Spr. had verwacht, dat de nota van toelichting, welke bij
de begrooting is overgelegd, breedvoerig zou bespreken de
belangrijke zaken, welke gewoonlijk bij de behandeling der
begrooting ter sprake komen, doch zij is integendeel zeer
beknopt; men maakt zich er van af met enkele algemeene
opmerkingen. Toch is daarin wel een enkel punt, hetwelk
een bespreking waard is. Zoo zou Spr. gaarne vernemen,
wat het woordje „thans" beteekent, waar Burgemeester en
Wethouders zeggen: „Het komt ons evenwel voor, dat er
thans geen overwegende bezwaren meer zijn om in de
naaste toekomst plannen te onderzoeken voor arbeiders
woningbouw in een nader te bepalen gedeelte van den
Belcrumpolder."
De heer Van Veen ontkent, dat de democratische ele-