,,b. dat de aanschaffing van een wereldkaart niet nood zakelijk werd geacht. 13 MEI 1929. 539 „beschikbaar te willen stellen voor de aanschaffing van „leermiddelen en wel: „a. voor de lagere school aan de Catharinastraat ten „behoeve van de aanschaffing van 4 kaarten der „werelddeelen, ad f 4,50 per kaart en „b. voor de U. L. O. school voor meisjes aan de Bou- „werijstraat ten behoeve van de aanschaffing van een „wereldkaart, waarvan de prijs bedraagt f 44,50. „De hierbedoelde aanvraag is slechts een herhaling van „een verzoek, waarop in de raadsvergadering van 10 Octo- „ber 1928 reeds afwijzend werd beslist. „Deze afwijzing was gegrond op de volgende overwegin gen „a. dat de aanschaffing van 4 kaarten der werelddeelen „een uitgaaf is, welke behoort te worden gekweten uit de „vergoeding, welke het schoolbestuur jaarlijks ingevolge art. „101 der L. O. wet van de gemeente ontvangt, omdat niet „gebleken is, dat de leermiddelen noodig zijn wegens toe- „name van het aantal leerlingen, doch alleen omdat een „andere inrichting van onderwijs een wijziging heeft gebracht „in het programma van het toelatingsexamen tot die in lichting. Het is duidelijk zoo schreven wij toen in ons „prae-advies dat, wanneer een schoolbestuur eenige „verandering wil brengen in de methode van onderwijs en „daardoor nieuwe leermiddelen noodig heeft, de kosten „daarvan niet behooren tot de zoogenaamde kapitaalsrekening, „maar tot de gewone uitgaven, welke uit de exploitatie der „school voortvloeien. „Wij achten geen termen aanwezig, om ons standpunt in „deze zaak te wijzigen, zoodat wij U in overweging geven, „op de gedane aanvrage afwijzend te beschikken." De heer VAN VEEN zegt het volgende Ik kan mij met dit afwijzend prae-advies niet vereenigen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1929 | | pagina 539