542
13 MÉI 1929.
wijs eronder lijdt; men kan dan beter bezuinigen op het
uiterlijk der gebouwen. Alles bijeengenomen, lijkt het Spr.
gewenscht de zaak nog eens goed te bekijken en in ver
band daarmede de verdere behandeling ervan aan te houden
tot een volgende vergadering.
De VOORZITTER komt daartegen op; het betreft hier
een doodeenvoudige zaak, welke thans zeer wel kan worden
afgedaan. In de vergoeding ex art. 101 worden deze kosten
al verrekend; de gemeente telt dergelijke uitgaven op bij
het bedrag, dat als maatstaf voor de uitkeering van art. 101
voor het bijzonder onderwijs dient; het is dus absoluut
overbodig en onjuist ze nog eens ingevolge art. 72 te gaan
uitkeeren. De heer Van Veen ziet ook over het hoofd,
dat, wanneer wij het bedrag der vergoeding ex art. 101
bepalen, dat invloed heeft op alle bijzondere scholen.
Het prae-advies van Burgemeester en Wet
houders wordt daarop in stemming gebracht en
aangenomen met 14 tegen 8 stemmen.
Voor: de heeren Van Noort, Van de Ven, Esbach,
Broos, Loonen, Van Buitenen, Van Oosterum,
Moll, Kuijlaars, Cerutti, Schrauwen, Elich, Van
der Ven en Van Mierlo.
Tegen: de heeren Van Houten, Van Veen, Mei]vis,
Rippen, Van Bedaf, Gruijs, Haaiman en Cohen.
De heer Kroon e was bij deze stemming niet tegen
woordig.
29. Prae-advies van Burgemeester en Wethouders, op
het adres van G. Schoenmakers, daarbij in beroep
komende tegen een hem geweigerde bouwvergunning aan