570
13 MEI 1909.
6. wij zouden afstand doen voor onbepaalden tijd van
alle zeggenschap in het opbaar vervoer voor zoover wij dit
zelf in handen hebben.
Wat U ons hier voorlegt is niet alleen een schikking van
een geschil over een overeenkomst, die binnenkort afloopt;
wat U met dit fraaie stuk poogt te doen is, na de zaak
twee jaren slepende te hebben gehouden en allerlei zijwegen
te hebben bewandeld, ons opnieuw en nu voor onbepaalden
tijd voor een luttele duizend gulden aan de Monopol te
binden. En dat noem ik knoeierij.
De VOORZITTER: Groote woorden, anders niet.
De heer VAN VEEN voortgaande: Ik hoop, dat de Raad
niet zoo krankzinnig zal zijn, dit voorstel van Burgemeester
en Wethouders aan te nemen, maar zal besluiten thans
eindelijk civiel-rechtelijk tegen de Monopol op te treden en
direct gegadigden op te roepen voor het exploiteeren met
ingang van 28 Juli 1930 (einde overeenkomst met de Monopol)
van de zuiver communale lijnen Station N. S. -Baronie
laanMontensboschBoschhek en Station N. S.Oranje
plein op voorwaarden nader overeen te komen, maar in
den geest van die van het contract met de Monopol van
1925.
De heer HAALMAN brengt in herinnering, hoe reeds
korten tijd na het verleenen der concessie aan de Monopol
een belangrijke kwestie rees tengevolge van het niet-nakomen
door exploitant van de in het contract opgenomen loon-
clausule. Spr. stelt dit in het licht om aan te toonen op
welke wijze de concessionaris zijn contractueele verplichtin
gen opvatte. Die loonkwestie heeft den Raad geruimen tijd
bezig gehouden. Later hebben de heeren Kroone en
Me ij vis het College nog vragen gesteld over de houding
van de Monopol tegenover verschillende concessie-voor-
waarden, welke tot klachten aanleiding gaf. Laatstgenoemde