582
13 MEI 1929.
gedachten heeft kunnen brengen. Spr. wil de zaak uit
vechten en zal voor de motie-H a a 1 ni a n stemmen.
Den heer Van Mierlo wil Spr. nog mededeelen, dat
hij als lid van het College nooit in een moeilijk parket
heeft gezeten; hij is weieens in onaangenaamheden ge
komen.
De heer KROONE staat op het standpunt, dat men in
de toekomst tot gemeentelijke exploitatie van den autobus
dienst behoort over te gaan, doch, dat men als het ee igs-
zins mogelijk is, op het oogenbük de kwestie met de
Monopol moet bijleggen in het belang van het publiek.
De heer HAALMAN ontkent, dat hij geïnsinueerd zou
hebben; hij heeft niet anders gezegd dan dat hij niet bij
de Monopol geïnteresseerd was. Volgens Spr. mag hij dit
zeggen, zonder dat daaraan behoeft te worden vastgekop
peld, dat een of meer van de leden van het College van
Burgemeester en Wethouders daarbij wè! geïnteresseerd zijn.
Maar, wien de schoen past, trekke hern aanNu er
evenwel toch sprake is van insinueeren, kan Spr. met heel
wat meer recht beweren, dat de heer Van Mierlo zich
daaraan tegenover hem heeft schuldig gemaakt.
Wat nu de zaak zelve betreft, over één rechtskundig-
advies van Mr. Pels Rij eken mag Spr. z. i. wèl spreken,
n.i. dat waarin deze tot de conclusie komt, dat de exploitant
tengevolge van de wetswijziging van 1926 niet is ontheven
van de betaling der f 3500,vergoeding per jaar. In elk
geval moet dus aan die f 3500,worden vastgehouden.
De heer VAN MIERLODat rechtskundig advies dateert
van vóór het arrest van den Hoogen Raad en vóór de
uitspraak van den administratieven Rechter.
De heer HAALMANDan hadden Burgemeester en Wet
houders daarna nogmaals het advies van Mr. Pels Rijcken