598
16 MEI 1929.
houding, welke in het a'gemeen tegenover dit voorstel
wordt aangenomen.
De heer CERUTT1 deelt den heer Van Mierlo mede,
dat hij indertijd bij den grondverkoop aan de Baroniesche
Tuinbouwvereeniging wel degelijk bezwaar heeft gemaakt
tegen de voorgestelde reductie op den grondprijs en alleen
is gezwicht voor het argument, dat het veilingsgebouw c. a.
anders elders gevestigd zou worden. Het verwijt van den
heer Van Mierlo is dus geheel ongegrond. Trouwens, de
heer Van Mierlo kan daarvan niets weten; hij was toen
nog geen raadslid. Wat de zaak zelve betreft, verklaart
Spr. zijn zooeven kenkaar gemaakte meening te handhaven;
het gaat bij hem om den vorm, niet om finandëele redenen.
De heer HAALMAN kan wel met het voorstel van Bur
gemeester en Wethouders accoord gaan. Wel wordt het
den Raad in deze moeilijk gemaakt, daar hij nu, tengevolge
van het ontbreken eener exploitatie-rekening, niet kan be-
oordeelen, of de grond tegen kostprijs of minder wordt
verkocht. Spr. kan daarom niet „con amore" voor het
voorstel stemmen en dringt er op aan, spoedig een exploi
tatie-rekening aan den Raad over te leggen. De heer
Cerutti heeft zeer goed gevoeld, dat het moeilijk zal
worden, voor den omliggenden grond veel meer te krijgen
dan f 4,50 per M2. Voor Spr. is dit echter geen onover
komelijk bezwaar; hij zal dan ook voor het voorstel van
Burgemeester en Wethouders stemmen.
De heer VAN BUITENEN merkt op, dat de voorgenomen
kerk- en schoolbouw een gemeente-belang is, omdat de ge
meente exploitante is van den Belcrumpolder. In dit geval
is het dus niet precies hetzelfde, of men subsidie geeft voor
den kerkbouw of, als bouwgrondexploitante, de tegemoet
koming laat uitkomen in den grondprijs. Het privé-belang
der gemeente staat hierbij meer op den voorgrond.