606 16 MEI 1929. men den moed niet laten zinken. Nu is het geven van 2 concerten op een geheelen winter te weinig; het moet ge bruik worden om er naar toe te gaan, daarom zal een viertal concerten den gang erheen bevorderen. Spr. gelooft, dat de keuze van orkest wel een factor is geweest bij de debatten. Bij alle appreciatie voor de presta ties van het Zesde, dat in de allereerste plaats een militaire kapel is, kan dit toch niet in de verste verte op één lijn worden gesteld met een compleet beroepsorkest met specifiek doel als dat van de Arnhemsche Orkestvereenigingdit geldt evenzeer voor de andere Bredasche muziekgezelschappen. Intusschen hebben deze hun wekelijksche concerten op de Groote Markt. Als men wat goeds wil hebben, een sym- phonie-orkest, dat muziek geeft van ontwikkelende waarde, dan moet men hier wel terecht komen bij een van de groote orkest-vereenigingen in den lande, het Amsterdamsche Con certgebouw-orkest, het Residentie-orkest, het Utrechtsche, het Arnhemsche. Het hoofdbezwaar blijkt echter wel de entrée-prijs te zijn. Men zal dus moeten trachten nog iets goedkooper te zijn, door wellicht voor een deel kaarten ad f 0,25 beschikbaar te stellen via „Arbeidersontwikkeling" en „St. Petrus"; daardoor zal wellicht het bezoek vergroot worden. Ook zal er naar gestreefd moeten worden het programma met toelichtingen omtrent componist en compo sitie te verrijken. De heer Brantjes heeft op minder vriendelijke wijze over „Toonkunst" gesproken. Wij zijn evenwel dit jaar zeer verheugd geweest met de medewerking van „Toonkunst" dit resultaat te kunnen bereiken. „Toonkunst" wil nu f 600,bijbrengen voor het komende seizoen, waardoor wij, voor niet veel meer, vier in plaats van twee concerten verkrijgen. „Toonkunst" is ons een groote steun bij het arrangeeren van deze volksconcerten en niet het omgekeerde is het geval. De bewering, dat het hier een verkapte subsidie aan „Toonkunst" zou betreffen, wijst Spr. ten sterkste af. Overigens zou dergelijke subsidieering geenszins afkeuring

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1929 | | pagina 606