60 16 JANUARI 1929. democraten reeds bezwaar tegen de hooge winsten uit de bedrijven. Ook toen moest men heel wat hooren over de indirecte belastingen, waarmede men den kleinen man ten bate van de kapitalisten verdrukte. Men mocht dus aan nemen, als de hier bedoelde linksche democraten zitting zouden nemen in de Colleges van Burgemeester en Wet houders, dat de winsten uit de bedrijven niet meer al te groote afmetingen zouden aannemen. Er werd dus verwacht, dat een andere koers zou worden ingeslagen. Degenen, die dit echter dachten, zijn bedrogen uitgekomen. De winsten bleven niet alleen zoo, maar het werd nog erger. Zij, die verwacht hadden dat gas, electriciteit en water goedkooper zou worden en de gemeenten meer zouden halen van de kapitalisten, o.a. door een betere verhouding tusschen inkomsten- en bedrijfsbelasting, zagen die ver wachtingen niet beantwoord. Zelfs in Amsterdam, waar de heer Wibaut Wethouder van Financiën werd, werd het er niet beter op. De volgende cijfers zullen U doen zien hoe een en ander zich in de 3 groote plaatsen van ons land ontwikkelde. In 1910 waren de verhoudingen in Amsterdam, Rotterdam en Den Haag aldus: voor electriciteitswerken, gasfabrieken, waterleiding en telefoon resp. f 2,294,000,f 4,001,000. en f 1,894.000.—. In 1926 waren deze winsten gestegen tot resp. f 12,097,000. f 11,983,000 en f 6,884,000.—. Zeker, ook de andere belastingen zijn in dien tijd ge stegen, maar men zal toch moeten toegeven, dat daar de winst uit de bedrijven niet is versmaad. En ondanks dus dat de linksche democraten aan het roer waren, steeg de winst uit de bedrijven verbazend. Ik heb bovenstaande cijfers willen mededeelen, Mijnheer de Voorzitter, om te laten uitkomen, dat het wel gemakkelijk is om te eischen, dat minder winst uit de bedrijven gehaald mag worden, doch als men eenmaal zelf voor de uitvoering geplaatst wordt, dit niet altijd even gemakkelijk is.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1929 | | pagina 60