16 MEI 1929. 620 vraagt, vanzelf zal geschieden. Spr. acht het derhalve niet noodig, diens voorstel in stemming te brengen. De heer VAN VEEN acht het, nadat is gebleken, dat de heer Van Mierlo op dit punt dooreen dwaalbegrip wordt beheerscht, juist wel noodig, zijn voorstel in stemming te brengen. De VOORZITTER zegt, een geregeld onderzoek van het water toe. De heer VAN DER VEN blijft aandringen op een spoe dige oplossing van het bad- en zwemvraagstuk. Zonder verdere bedenkingen wordt daarop conform het voorstel van Burgemeester en Wet houders besloten. 59. Voorstel van Burgemeester en .Wethouders, tot toe kenning van een aanvullingscrediet van f 1000,ten behoeve van de werkverschaffing op de Vrachelsche Heide. Niemand der leden hiertegen eenige bedenking hebbende, wordt dienovereenkomstig besloten. 60. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot toe kenning van een crediet voor den aanleg van een woon wagenkamp, luidende als volgt: „Reeds geruimen tijd is door ons omgezien naar een „geschikt terrein voor de inrichting van een woonwagen kamp. „Na herhaalde besprekingen is onze aandacht gevallen „op een terrein van de gemeente-reiniging, gelegen langs „den Slingerweg, zooals op bijgaande teekening is aange geven.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1929 | | pagina 620