16 MEI 1929.
621
„Zoowel de Commissaris van politie als de Directeur der
„gemeente-reiniging kunnen zich met de aangeduide plaats
„vereenigen, terwijl van de zijde der lichtbedrijven uit een
„oogpunt van verlichting en watervoorziening geen bezwaar
„bestaat.
„Het terrein biedt ruimte voor 32 woonwagens; bij in
krimping der ruimte per wagen tot pl.m. 3 M. is er plaats
„voor pl.m. 50 wagens, hetwelk ruimschoots voldoende
„wordt geacht.
„Het ligt in de bedoeling op het terrein te plaatsen 11
„electrische lantaarns, 1 brandkraan en 3 kranen voor de
„watervoorziening. Verder zal er geplaatst worden een een
voudige stal met mestput, een aantal bakken voor vuil-
„berging en acht privaten. De afscheiding van het ge-
„meenteterrein geschiedt door een betonnen muur; aan de
„straatzijde geschiedt de afscheiding door betonnen palen
„met prikkeldraad. De afscheiding tusschen het kamp en
„het kerkje zal geschieden door een reeds aanwezig houten
„hek. Alleen de oprijwegen naar het terrein zullen worden
„bestraat; dus niet de plaatsen, waar de wagens komen te
„staan, daar dit vrij kostbaar is.
„Het ligt tevens in de bedoeling den Slingerweg te ver
aarden, omdat anders het kamp niet of bezwaarlijk ge
durende een groot deel van het jaar te bereiken is. De
„verharding zal geschieden met keien afkomstig van de
„Dijklaan. Door deze verharding zal dan tevens worden
„voldaan aan reeds meer nalen gedane verzoeken van be
woners van den Slingerweg.
„Volgens bijgaande begrooting worden de kosten in
„totaal geraamd op f 18,250,waarvan f 6,600,voor
„verbetering van den Slingerweg en f 11,650,voor de
„inrichting van het woonwagenkamp met inbegrip van
„aanleg van waterleiding en electrische verlichting.
„De bouwcommissie, deswege gehoord, kan zich met het
„plan vereenigen en adviseert om voorloopig alleen de
„oprijwegen van het kamp te verharden.
