624
16 MEI 1929.
betreft, Spr. is van de noodzakelijkheid daarvan niet over
tuigd. Men kan daartoe altijd nog overgaan als het in de
practijk noodig blijkt te zijn. En wat de afrastering aangaat,
gelooft Spr. niet, dat een houten schutting een lang leven
zou hebben; draad is z. i. daarvoor het aangewezen mate
riaal.
Den heer VAN MIERLO verheugt het, dat er slechts
enkele zaken van ondergeschikt belang tegen het voorstel
zijn ingebracht.
Den heer Van der Ven kan Spr. mededeelen, dat de
woonwagens, die thans nog op het van Van Pruissen
aangekochte terrein staan, zoodra het kamp gereed is, daar
heen zullen worden overgebracht. Of ook de woonwagens,
die zich op particulieren grond bevinden, daarheen kunnen
worden gedirigeerd, zal nog onderzocht moeten worden.
De wijze, waarop het kamp van de straat zal worden
afgescheiden, behoort tot die ondergeschikte dingen, welke
men gevoeglijk aan den uitvoerder kan overlaten in geen
geval zal daarvoor een houten hek worden gebezigd.
Met algeheele bestrating kan men zonder eenig bezwaar
nog wat wachten; ook de Bouwcommissie was er voor, de
zaak eerst aan te zien. Daarbij komt, dat de gemeente op
het oogenblik geen oud bestratingsmateriaal tot haar be
schikking heeft. Zou men dus nu tot algeheele bestrating
overgaan, dan zou dat een kostbare geschiedenis worden
een f 9,500,zou daarmee allicht gemoeid zijn.
De heer VAN VEEN merkt op, dat de heer Van Mierlo
niets gezegd heeft over zijn opmerking over het aanzien
van de stad vanuit den trein. Toch is dit van het grootste
belang; iedere stad beijvert zich tegenwoordig om dat beter
te maken. Algeheele bestrating van het kamp is natuurlijk
noodig. De kosten daarvan behoeven geen f 9,500,te
bedragenSpr. rekent voor, dat zij hoogstens f 5,500,
zullen beloopen. Hij steunt dan ook het voorstel-M e ij v i s.