626 16 MEI 1929. De VOORZITTER verklaart, dat het College unaniem van oordeel is, dat het kamp geheel bestraat zal moeten worden, wanneer de behoefte zich daaraan eventueel doet gevoelen. Er is dan ook geen reden van bestaan voor het voorstel - M e ij v i s. Zonder verdere bedenkingen wordt daarop conform het voorstel van Burgemeester en Wet houders besloten. De VOORZITTER stelt voor, nu eerst punt 40 der agenda te behandelen. Daartoe wordt besloten. 40. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot vast stelling van den vermenigvuldigingsfactor voor de heffing der plaatselijke inkomstenbelasting voor het dienstjaar 1929 1930, luidende als volgt: „Bij de vaststelling van den vermenigvuldigingsfactor voor „het belastingjaar 1928/29 op 0,85 werd de opbrengst der „gemeentelijke inkomstenbelasting geschat op f 778,500, „Van dit bedrag werd overeenkomstig de boekhoudvoor- „schriften 1924 2/3 gebracht ten bate der begrooting 1928 „en 1/3 of f 259,500,ten bate der begrooting 1929 (volg nummer 549b). Eveneens komt ten bate van volgnummer „549b der begrooting 1929 het bedrag, waarmede de wer kelijke opbrengst over 1928/29 de raming over dat jaar te „boven gaat, alsmede de opbrengst der nagekomen kohieren „over vorige belastingjaren. „De werkelijke opbrengst van het belastingjaar 1928/29 „bedroeg op 13 April j.l. f 830,464,34 en wordt door den „Inspecteur der directe belastingen geraamd op f 840,000,- „de oorspronkelijke raming is - 778,500, „waardoor de verwachte meerdere opbrengst „wordt. f 61,500,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1929 | | pagina 626