16 MEI 1929. 627 „Hierbij komt de opbrengst der nagekomen „kohieren van vorige belastingjaren f 14,983,07 Totaal f 76,483,07 „Hiermede moet het bedrag geraamd op volgnr. 549b „der begrooting voor 1929 worden verhoogd en kan het „op volgnr. 549a geraamde bedrag worden verminderd. Dit „laatste wordt dan f 543,600 f 76,483,07 f 467,116,93, „welk bedrag voorstelt 2/3 van de opbrengst benoodigd voor „het belastingjaar 1929/30. De totale opbrengst moet „daardoor gesteld worden op 3/2 X f 467,116,93 „f 700,675,39. „Voor het belastingjaar 1929/30 schat de Inspecteur de „opbrengst bij een factor van 0,85 op f 840,000,Deze „schatting overnemende is voor ieder 0,1 van den factor „de opbrengst te stellen op f 98,823,53, zoodat voor het „verkrijgen van een opbrengst ad f 700,675,39 met een „factor van 0,71 zou kunnen worden volstaan (opbrengst „f 701,647,06). „Evenwel zou daardoor het bedrag te ramen op volgnr. „549b der begrooting 1930 f25,000,lager zijn dan dat „geraamd op dien post der begrooting voor 1929. Hierbij „komt dat ook in ander opzicht voor het jaar 1930 de „toestand minder gunstig lijkt. Het jaar 1929 is begonnen „met een batig saldo van f 78,488,09; er kan niet op ge rekend worden dat met dusdanig bedrag de begrooting „voor 1930 zal zijn te openen. „Bovendien zullen voor het jaar 1930 de uitgaven voor „rente en aflossing van geldleeningen, die gesloten zullen „moeten worden wegens de uitvoering van openbare werken, „op de begrooting drukken, terwijl er voorts rekening mede „gehouden dient te worden, dat de uit te betalen schade vergoedingen aan de gemeenten Teteringen, Ginneken en „Princenhage onverwachte lasten opleggen. „Na een aanzienlijke verlaging der belasting voor 1929 „zou dus een aanzienlijke verhooging voor 1930 volgen; „dit lijkt ons ongewenscht.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1929 | | pagina 627