62
16 JANUARI 1929.
een soort woning-type was tusschen een kleine midden-
stands- en een arbeiderswoning in.
Mijnheer de Voorzitter, in dit verband meen ik dat het
aanbeveling zou verdienen dat de Gemeente aan z.g. eigen
bouwers gelden op hypotheek beschikbaar stelde. Het
antwoord in het Centraal Rapport bevredigd mij maar half.
Ik meen dat men niet moet wachten tot aanvragen hierom
trent binnenkomen, doch dat men met voorstellen moet
komen, waarbij men de gelegenheid openstelt om hypotheek
te kunnen krijgen.
Vervolgens zou ik in aansluiting bij het Centraal Rapport
aan willen dringen op het houden van meerdere raadsver
gaderingen. De agenda's der raadsvergaderingen zijn som
tijds zoo overladen dat het onmogelijk is om voldoende
kennis te kunnen nemen van alle stukken. Het gaat dunkt
mij niet op, dat Burgemeester en Wethouders zeggen, dat
blijkens de ervaring de agenda's vrijwel steeds in de ver
gadering worden afgehandeld en dat het aan gelegenheid
tot debat nimmer ontbreekt. Dit laatste willen wij gaarne
erkennen. Het grootste bezwaar bestaat hierin, dat wegens
de overladen agenda's men niet voldoende tijd heeft, al de
stukken te bestudeeren. Daarom zal er prijs op worden
gesteld, dat de agenda's in de toekomst niet zoo overladen
zijn.
Dan, Mijnheer de Voorzitter, nog een enkel woord over
de bestratingen. Ik wil vooraf constateeren, en dit aan hen
die ons destijds verweten te veel vertrouwen te stellen in
de toezeggingen, die men van de zijde van Burgemeester
en Wethouders deed, aangaande het bestraten in de ge
annexeerde gebieden, dat thans gebleken is, dat dit ver
trouwen niet is beschaamd geworden. Die straten, die men
in 1928 zou bestraten of zou aanvangen met bestraten, zijn
bestraat of men is er mede bezig.
Een ander gedeelte der stad, waar deze kwestie om
oplossing vraagt, is de bestrating en verlichting in de z. g.
„Bloemenbuurt", Hier is het alsnog treurig gesteld. Ver-