16 MEI 1929.
641
van de Koninginnestraat, van L. Roosenboom, tegen
een" bedrag van f 1500,
Niemand der leden hiertegen eenige bedenking
hebbende, wordt dienovereenkomstig besloten.
De VOORZITTER zegt, dat thans nog aan de orde zijn
de punten 41 en 61 der agenda, doch met het oog op het
late uur zou Spr. de behandeling van het laatstgenoemd
punt willen aanhouden tot een volgende vergadering. Omtrent
punt 41 zouden Burgemeester en Wethouders gaarne de
meening van den Raad kennen; hij acht het daarom ge-
wenscht, de algemeene beschouwingen over dit punt te
openen.
41. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot vast
stelling eener verordening op de heffing en invordering
eener baatbelasting (aangehouden in een vorige vergadering),
vergezeld van een memorie van toelichting, luidende als
volgt
„In de raadsvergadering van 30 November 1927 werd,
„nadat een amendement van den heer Cerutti was aan
genomen door den Voorzitter van ons College medegedeeld,
„dat wij het bij brief van 2 October 1927 ingediende
„voorstel tot vaststelling en r verordening op de heffing
„en invordering eener aanleguelasting in nadere overweging
„wenschten te nemen.
„De verschillende meeningen, die bij de behandeling van
„het ontwerp zijn geuit alsmede een hernieuwde bestudeering
„van bedoelde materie hebben ons geleid tot het besluit
„het ontwerp geheel terug te nemen.
„De voorstellen waren gegrond op art. 242c der Gemeen
tewet, dat bedoelt aan de gemeenten bevoegdheid te ver-
„leenen tot het heffen van een jaarlijksche bijdrage in de
„jaarlijks ten laste der gemeente komende kosten voor