16 MEI 1929. 645 „maatstaf zouden kunnen opleveren; in de baat, die hier „bedoeld wordt, is echter ook te begrijpen de waardever meerdering, die geconstateerd zoude worden als de eigen dommen verkocht werden; die vermeerdering is in de „belastbare opbrengst uiteraard niet verwerkt. Vandaar, dat „wij gemeend hebben te moeten voorstellen de belasting „ook te berekenen naar de lengte der eigendommen langs „de kade; echter zouden wij dezen factor slechts voor de „helft als correctief willen doen optreden, omdat deze vorm „van „baat" niet dadelijk doch eerst in de toekomst, mis schien zelfs zeer verwijderde toekomst, zal worden gerea liseerd. (vg. art. 5 en de hierna volgende toelichting op „dat artikel). „Een tweede vraag was, welke vorm aan de belasting „zoude worden gegeven met name, of zij in één bedrag „zoude worden gevorderd dan wel over meerdere jaren ver beeld. Naar ons oordeel moet de bedoeling van den wet gever zooveel mogelijk tot uitdrukking komen; blijkens de „tusschen de regeering en de volksvertegenwoordiging ge wisselde stukken is het aanvankelijk de bedoeling geweest „deze belasting te maken tot een jaarlijksche; vreezende, „dat de oorsprong der belasting uit de herinnering zou „verdwijnen, is de regeering ertoe gekomen de bevoegdheid „tot het heffen der belasting tot hoogstens 30 jaren te be merken. Het komt ons voor, dat wij, om deze belasting „zoo dragelijk mogelijk te maken, aan dezen termijn kunnen „vasthouden en daarom de gelegenheid moeten openen de „verschuldigde belasting in dertig jaarlijksche termijnen „te voldoen. De mogelijkheid moet echter worden open- „gelaten om de belasting door een storting ineens te doen „afkoopen door hen, die dit verkiezen. De kosten van een „en ander worden hierna in de toelichting bij art. 5 geraamd „op f 267,000,Wij meenen, dat 60% daarvan, zijnde "„globaal f 160,000,moet worden gebracht ten laste der „gebouwen en terreinen, die door het werk worden gebaat. „Hiervoor bleek reeds, dat de ondergeteekenden van

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1929 | | pagina 645