13 JUNI 1929. 685 de vorige vergadering een aantal sprekende voorbeelden genoemd. Bij de vermenging van het algemeen en het particulier belang bij de overweging van eenig werk van openbaar nut steekt men zich in een wespennest van moeilijkheden. Dat U dit zelf ook zeer goed gevoelt, blijkt duidelijk omdat U een antwoord op mijn pertinente vraag: „Op welke werken, die voor een baatbelasting in aanmerking zouden komen, doelt U in Uw memorie van toelichting?" zorgvuldig achterwege laat De besprekingen van dit ontwerp-baatbelasting-Markkade geven een voorproefje van die moeilijkheden; de wijze, waarop Burgemeester en Wethouders deze thans trachten te ontgaan en hun ontwerp pogen te redden, door een compromis te treffen met de door den heer Loonen voor gestelde tarifeering, kan ik niet bewonderen. Men behoeft niet aan de deur van de kamer van Burgemeester en Wet houders geluisterd te hebben, om te weten wat dienaan gaande is verhandeld. Hoe hebben wij tot dusver geleefd? Ik zal dit met een enkel voorbeeld van recenten datum toelichten. Toen het voorstel kwam om op het Stationsplein en in de Willemstraat een asphaltbestrating aan te brengen, werd daarin van verschillende zijden een zekere bevoorrechting van deze buurt gezien en werd erop aangedrongen ook elders behoorlijke bestrating te maken, waaraan dan ook is gevolg gegeven. Aan deze wijze van werken, waarbij in de baat ieder op zijn tijd zijn beurt krijgt, is naar mijn meening verre de voorkeur te geven en ik doe dan ook een beroep op den Raad hierbij te blijven en dit ontwerp niet aan te nemen. Ik moet nu den heer Wethouder nog in eenige details van antwoord dienen. Hij heeft veel gesproken over het verschil tusschen bet- terment-ta^ en Wertzuwachssteuer, doch ik moet beginnen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1929 | | pagina 685