13 JUNI 1929. 695 „een nader voorstel zal bereiken. Aan de tijdelijk aange leiden kan eervol ontslag worden verleend. „Op grond van het vorenstaande hebben wij de eer U „derhalve in overweging te geven de openbare school aan „de Kloosterlaan met ingang van 1 September a. s. op te „heffen. „De Inspecteur van het lager onderwijs heeft ons mede gedeeld, dat er naar zijn oordeel tegen deze opheffing „geen bezwaren bestaan." De heer VAN BEDAF legt namens zijn fractie de vol gende verklaring af: Mijnheer de Voorzitter. Uit de stukken blijkt, dat er nog 127 leerlingen aan de school zijn. Ik meen te mogen opmerken, dat het aantal aanmeldingen voor dit jaar nog niet bekend is en het zeer wel mogelijk is, dat in de toekomst het aantal leerlingen aanmerkelijk grooter wordt. Bovendien kan het m. i. nooit in het voordeel der kinderen en moet het tegen den zin der ouders zijn, dat zij ingelascht worden in de klassen van andere scholen. Wij kunnen dan ook in dit voorstel niet anders zien dan een afbreken van het openbaar onderwijs, waaraan wij niet kunnen medewerken. Wij wenschen derhalve geacht te worden tegen dit voorstel te zijn. De heer BRANTJES is van meening, dat opheffing dier school in het belang van de gemeente is. Spr. wijst er op, dat de leerlingen doorgaans meer hangen aan den onder wijzer dan aan de school. Nu gaat de heer Van Roessel toch weg, dus is de gelegenheid gunstig voor opheffing van deze school, welke zoodanig verloopen is, dat er geen reden is, haar te handhaven. Hieraan mede te werken beteekent geen tegenwerken van het openbaar onderwijs ten behoeve van het bijzonder, want dergelijke noodlijdende openbare scholen zijn juist een voordeeltje voor het bijzonder onder-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1929 | | pagina 695