13 JUNI 1929. 701 Wat nu de school aan de .Kloosterlaan zelve betreft, zege Spr., dat, als men een school verwaarloost, men niet kan ver wachten, dat zij vruchtdragend zal zijn. Bij de behandeling van de gemeentebegrooting voor 1929 heeft Spr. al gewezen op den desolaten toestand, waarin de openbare scholen, met uitzondering van die aan de Keizerstraat, verkeeren. Spr. maakt zich sterk, dat, als de school aan de Kloosterlaan wordt opgeknapt, het leerlingen-aantal zal toenemen, vooral na het totstandkomen van den weg over het Chassé-terrein. De school aan de Kloosterlaan is altijd een druk bezochte school geweest, maar Spr. herhaalt het met klem zij wordt de laatste jaren verwaarloosd. De VOORZITTER zegt, dat de heer Haaiman een groot woord heeft gebruikt, n. 1. „verwaarloosd", zonder aan te geven, waarin die verwaarloozing bestaat. De school aan de Kloosterlaan staat natuurlijk ten achter bij die aan de Keizer straat en bij die aan de Zandberglaan en andere, maar het zelfde kan gezegd worden van verscheidene, van ouderen datum daleerende, bijzondere scholen. Zou er inderdaad spra ke kunnen zijn van verwaarloozing, dan heeft de heer Haaiman verzuimd daarop bijtijds te wijzen. De heeren-bestrijders van dit voorstel noemen zich voor standers van het openbaar onderwijs, doch het getuigt veel eer van ware vriendschap voor dit onderwijs als men een school, die niet meer doeltreffend is, opheft en de leer lingen verplaatst. De cijfers, zooeven door Spr. genoemd met betrekking tot de te vormen klassen in de scholen aan de Middellaan en aan de Boschstraat, zijn topcijfers. Men krijgt weliswaar een paar groote klassen aan de Middellaan aan de Boschstraat blij ven de klassen vrij normaal maar daartegenover staat het feit, dat daar een betere toestand wordt verkregen door de vermeerdering van het aantal leerkrachten. De heer Z ij 1 m a n s acht de voorgenomen opheffing praema- tuur., Mien moet echter niet uit het oog verliezen, dat er

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1929 | | pagina 701