704
13 JUNI 1929.
21. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot ver
hooging van het crediet voor het maken van een voetbrug
over den Wilhelminasingel, luidende als volgt
,,In Uwe vergadering van 14 Februari 1929 werd besloten
„een houten voetbrug te doen aanbrengen over den Wilhel-
„minasingel. Dit werk zou openbaar moeten worden aanbe
steed, terwij'l het Bouwbureau Korte weg f 600,
„zou bijdragen in. de bouwkosten.
„Deze bouwkosten werden zonder winst en onvoorziene
„uitgaven geraamd op f 3160,
„Bij de nadien gehouden aanbesteding was de minste in
schrijvingssom f 3640r zoodat na aftrek van de bijdrage
„van het bureau K o r t e w e g, de ten laste dezer gemeente
„blijvende bouwkosten f 3040, beloopen. Dit bedrag over
schrijdt derhalve de raming met f 480, of afgerond f 500.
„Naar aanleiding hiervan hebben wij de eer U voor te stel-
„len, voor den bouw van bovengenoemde houten voetbrug
„alsnog een aanvullingscrediet van f 500, toe te staan."
De heer ESBACH zeg! het volgende
Mijnheer de Voorzitter,
Voor een goed begrip van deze zaak wil ik even releveeren
de meening, die ik in deze altijd toegedaan ben geweest en die
ik ook in de Bouwcommissie heb geuit.
Voor het totstandkomen van een brug over den Wilhelmi
nasingel acht ik den tijd eigenlijk nog niet rijp. Met het
totstandkomen van een voetbrug zie ik voor een groot deel
een particulier belang, voor een niet zoo groot deel het
communaal belang gebaat.
Een factor, die me voor het maken van de voetbrug
stemde, was, dat het bedrag van f 2550 niet onoverkomelijk was.
Nu moet volgens art. 142 van de Gemeentewet een aan
besteding van werken ten behoeve der gemeente geschieden
publiek, behoudens de gevallen, waarin, om bijzondere
redenen, onderhandsche aanbesteding in het belang der
gemeente ware.