13 JUNI 1929.
709
de zaak op de lange baan wil schuiven door den parallel
weg van de Ginnekenstraat op den voorgrond te stellen»
Niet dat Spr. die minder urgent acht, integendeel, is de
uitvoering daarvan mogelijk wat de kosten betreft is dit
zeer zeker het geval, want die kunnen de f 80,000,niet
overschrijden dan behoort men er beter vandaag dan
morgen toe over te gaan. Wat Spr. met zijn motie beoogt,
staat dus aan de totstandkoming van dien parallelweg niet
in den weg, daar hij toch mag aannemen, dat de betrokken
autoriteiten en ambtenaren wel gelijktijdig aan eenige tech
nische onderwerpen hun aandacht kunnen wijden. Voorts
zegt Spr., dat de Voorzitter de zaak omdraaitdeze wil na
melijk eerst de ontwikkeling van de exploitatie der gronden
nabij den Loven^dijk afwachten, terwijl men eerst de brug
over den Wilhelminasingel en den weg over het Chassé-
terrein behoort te maken, ten einde de exploitatie dier gron
den te bevorderen immers, het is van groot belang voor de
gemeente, die daar een uitgestrekt grondbezit heeft, datdaar
gebouwd wordt.
De heer CERUTTI acht het niet juist om voor een nood
brug zooveel geld uit te geven. Spr. wil zoo spoedig mo
gelijk een definitieve brug over den Wilhelminasingel zien
gebouwd.
De heer RIPPEN vindt, dat, als de weg over het Cirassé-
terrein toch nog niet wordt aangelegd, het leggen van een
brug, zoowel als van een noodbrug over den Wilhelmina
singel geen zin heeft.
De heer VAN MIERLü wil er even op wijzen, dat de
heer Rippen nu weer met een ander motief komt aan
dragen om het totstandkomen van de houten voetbrug on
mogelijk te maken; de vorige maal verzette de heer Rippen
zich daartegen omdat niet tegelijkertijd met een plan voor
een nieuwe Hirdesbrug ter hoogte van de Balfortstraat werd
gekomen.